De Leidse Gifmengster, de bijnaam van Maria Swanenburg, ook bekend als Goeie Mie omdat ze altijd voor iedereen ''klaarstond'', was een geniepig type. Ze is geboren in een arm gezin in Leiden. Ze was er altijd voor mensen die ziek waren, en ze was eerst heel aardig en zorgzaam. Dit veranderde, toen ze er achter kwam dat ze een overlijdensverzekering kon afsluiten voor mensen, zonder dat die er van af wisten. Als degene met een verzekering sterft, krijg je een geldbedrag dat je kan gebruiken voor de begrafenis. In die tijd kon je zonder dat die toestemming gegeven had of er überhaupt van gehoord had, een verzekering voor deze persoon afsluiten. Goeie Mie begon (vermoedelijk) ergens tussen 1879 en 1881 met moorden. De zelfde periode als waarin ze begrafenisverzekeringen voor personen begon af te sluiten. Al haar slachtoffers kon ze vergiftigen. Eerst ging het alleen om buurtbewoners, die alleen leefden en met weinig familie. Maar later roeide ze door de erfenissen vaak hele gezinnen uit, inclusief kinderen. Dit deed ze met behulp van het gif Arceen, een zwaar metaal dat als het met heel veel is heel giftig is. Goeie Mie kocht dat gewoon bij de verfwinkel. Ze zij dat ze last had van ongedierte, en het gif gebruikte om er van af te komen. Arceen is in grote hoeveelheid extreem giftig, en bij een klein beetje lijken de klachten na lange tijd op ontsteking van de slokdarm en maag. Op 13 Mei 1881 vermoordde ze haar schoonzus, Cornelia van der Linden, op 15 Juli haar neef Willem, en 1 November Willems broer Arend. hiervoor kreeg ze dankzij de verzekeringen 149 gulden, best veel geld voor die tijd. Ook haar eigen ouders en haar tante heeft ze vergiftigd. De omgeving dacht dat er niks aan de hand was, en vonden het goed dat ze tot hun einde bij de zieke mensen bleef. Wel rekende ze dan geld voor het oppassen en het weghalen van de lijken. Dokters kwamen nooit, ze had altijd wel een smoesje. Om het niet verdacht te laten lijken, liet ze af en toe iemand komen om een drankje op te halen, terwijl het slachtoffer gewoon lag te grieperen. Door haar moorden heeft ze in totaal ongeveer 2500 gulden verdiend. Op 1883 in April moest ze naar het gerechtshof in Den Haag. Door al de moorden kreeg ze de bijnaam ''De Leidse Gifmengster'' in Mei 1885 werd ze tot levenslang veroordeeld in een Tuchthuis. In 1915 overleed ze op 75 jarige leeftijd.